Welke partijen werken samen in dit project en waarom?
De pilot start met acht woningen. “Dat is klein en behapbaar, en daar willen we als Ter Steege best leergeld in investeren. Maar je wilt ook een doorkijkje hebben naar de toekomst: hoe gaan we hiermee om als we bezig zijn met gebiedsontwikkeling”, legt Johan Riezebos uit. Er zitten volgens hem veel technische en economische aspecten aan de innovatie. Wat werkt, wat niet en hoe is hier een rendabele businesscase van te maken voor alle betrokkenen? Maar ook het sociale aspect is volgens de directeur innovatie extreem belangrijk. Hoe gaan bewoners om met deze innovatie? “Je hebt te maken met mensen die uit een woning uit de jaren 50 of 60 komen. Als ze deze nieuwe woning betrekken, dan is het alsof ze paard en wagen inruilen voor een splinternieuwe Tesla en zich vervolgens afvragen waar de teugels zijn. We moeten daarom bij dit soort innovaties juist ook naar het gedrag kijken van mensen.” Bij het onderzoeksproject is naast bedrijven als Ter Steege, Loohuis Installatie, Solar Freezer, Coteq Netbeheer en Contour Advanced Systems ook de Universiteit Twente betrokken om al deze aspecten goed te onderzoeken. De samenwerking moet uiteindelijk leiden tot een operationele pilot onder Nederlandse praktijkomstandigheden, waarbij een centrale rol is weggelegd voor de bewoners. Met de projectresultaten hopen de aangesloten marktpartijen straks een nieuw woon-energie-concept in de markt uit te rollen voor toekomstige (huur)woningen in Nederland.
Het belang van samenwerking tussen bedrijfsleven en universiteit
Voor de Universiteit Twente is de samenwerking waardevol omdat ze onderzoek kunnen doen in een realistische praktijksituatie. Vanuit de UT zijn twee vakgroepen/leerstoelen betrokken. Vanuit de faculteit BMS is dit de vakgroep Governance and technology for sustainability. Frans Coenen van deze vakgroep hoopt dat de pilot en de samenwerking leidt tot een nieuwe manier van denken over een probleem dat in heel Nederland speelt. ‘’Wat kan er op het gebied van nieuwe energiesystemen binnen de huidige regelgeving? Er zijn in Nederland al veel experimenteerprojecten met nieuwe energiesystemen geweest, maar daarbij werden vaak bestaande regels omwille van dat ene experiment minder in acht genomen. Maar in de praktijk lopen we er tegen aan dat zonder deze uizonderingen op de bestaande Wet- en regelgeving die innovaties praktisch onuitvoerbaar blijken. Of dat een netbeheerder onvoldoende netcapaciteit heeft om de nieuwe energiesystemen toe te kunnen staan”, geeft Coenen als voorbeeld. “Dat is natuurlijk het ergste wat je als bouwfirma kan overkomen: dat de netbeheerder gaat zeggen, sorry, u kunt hier geen nieuwe woonwijk met een alternatief energiesysteem realiseren want er is geen netcapaciteit meer.”