Uitspraak rechter
De rechter gaf de werknemer gelijk op de volgende vlakken:
De werkgever gaf als legitiem doel de wettelijke verplichting om werknemers en derden op de werkplek zo veel mogelijk te beschermen tegen Covid-19. Alleen het verzoek aan de werknemer om zich te laten vaccineren, wat bij weigering leidt tot een ontslag, wordt door de rechter als indirecte vaccinatieverplichting gezien. Dit is naar oordeel van het gerecht geen legitieme handeling om een doel te bereiken. Daarnaast bleek uit onderzoek dat de werkzaamheden ook grotendeels op andere locaties konden worden uitgevoerd.
Daarom is de rechter van mening dat wanneer werknemer en werkgever in overleg waren gegaan er op minder ingrijpende wijze had kunnen worden gehandeld. Het ontslag is daarom tenietgedaan. De arbeidsovereenkomst zal nu per 1 augustus 2021 worden ontbonden en daarnaast moet de werkgever een aanvullende vergoeding van € 7.500 betalen aan de werknemer.