Europese Hof van Justitie (HvJ EU)
In een recente uitspraak van het HvJ EU ging het om de volgende situatie: beide belanghebbenden zijn luchtvaartmaatschappijen die (binnenlandse) vluchten aanbieden aan passagiers. Wanneer de passagiers een vliegticket kopen betalen ze de volledige prijs van het ticket (inclusief btw) vooruit. De luchtvaartmaatschappijen zijn van mening dat ze geen btw verschuldigd zijn wanneer een passagier zijn vliegticket niet gebruikt., omdat er in dat geval geen vervoersdienst wordt verricht. Aan het HvJ EU wordt gevraagd of de afgifte van een vliegticket kan worden vrijgesteld met het daadwerkelijk verrichten van de vervoersdienst en er btw is verschuldigd over de aankoopbedragen van passagiers die uiteindelijk verstek laten gaan.
Geen schadevergoeding
Het HvJ EU oordeelde dat het verkopen van vliegtickets door een luchtvaartmaatschappij onderworpen is aan de btw, wanneer de passagiers de uitgegeven vliegtickets niet hebben gebruikt en geen terugbetaling van de aankoopprijs kunnen verkrijgen. Volgens het HvJ EU vormt de aankoopsom geen schadevergoeding voor het feit dat een passagier niet komt opdagen, maar een betaling, ook al heeft de passagier geen gebruik gemaakt van het aangeboden vervoer. Het idee hierachter is dat via het vliegticket de luchtvaartmaatschappijen bevestigen dat een plaats in het vliegtuig voor de passagier is voorbehouden en de passagier het recht krijgt om gebruik te maken van de vervoersdienst.
Het HvJ EU overweegt hierbij dat Air France-KLM zich het recht voorbehoudt om de niet-benutte dienst door te verkopen aan een andere passagier, zonder dat zij verplicht is om de prijs ervan terug te betalen aan de oorspronkelijke passagier. Het HvJ EU oordeelt verder dat de btw wordt verschuldigd op het moment dat de luchtvaartmaatschappijen de aankoopprijs van het vliegticket ontvangen.
Van belang voor de praktijk
In een eerdere uitspraak inzake Société Thermale d’Eugénie-les-Bains heeft het HvJ EU beslist dat een vergoeding in geval van annulering niet onderworpen is aan btw, maar kwalificeert als een onbelaste schadevergoeding. Een annuleringsvergoeding kan op basis van die uitspraak in bepaalde situaties nog steeds als een voor de btw onbelaste schadevergoeding kwalificeren. Dit neemt echter niet weg dat deze nieuwe beslissing van het HvJ EU invloed kan hebben op ondernemers uit verschillende sectoren, zoals hotels, touroperators, evenementenbureaus, theaters, restaurants en musea. Het is daarom van belang om in situaties van een annulering het onderliggende contract en de algemene voorwaarden BTW technisch goed tegen het licht te houden.