Er is geen sprake van de verkrijging van economisch eigendom indien de koper voor de juridische levering van de grond de bestaande opstallen gaat slopen. Dat heeft de Hoge Raad (nr. 15/04005) op 17 juni jl. geoordeeld.
Er is geen sprake van de verkrijging van economisch eigendom indien de koper voor de juridische levering van de grond de bestaande opstallen gaat slopen. Dat heeft de Hoge Raad (nr. 15/04005) op 17 juni jl. geoordeeld.
In de zaak waarover de Hoge Raad zich heeft gebogen hebben partijen, verkoper en koper, een overeenkomst gesloten voor de levering van een viertal percelen grond. Op deze grond waren ten tijde van het sluiten van de overeenkomst nog opstallen aanwezig.
Gezien het feit dat de verkoper zich ertoe heeft verplicht onbebouwde grond te leveren, waarschijnlijk om btw-technische redenen, moesten de opstallen voor de juridische levering worden gesloopt. De verkoper heeft uiteindelijk aan de koper opdracht gegeven om de opstallen voor de juridische levering te slopen.
De vraag waarover de Hoge Raad zich heeft gebogen is of de sloop van de opstallen door de koper heeft geleid tot de verkrijging van de economisch eigendom, door de koper vóór de levering, hetgeen een belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting vormt.
In de Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970 is de economisch eigendom gedefinieerd als: ‘een samenstel van rechten en verplichtingen met betrekking tot de onroerende zaken of rechten waaraan deze zijn onderworpen, dat een belang bij die zaken of rechten vertegenwoordigt. Het belang omvat ten minste enig risico van waardeverandering en komt toe aan een ander dan de eigenaar of beperkt gerechtigde’.
De Hoge Raad heeft in deze casus in feite getoetst of de sloop door de koper, op dit moment nog geen juridisch eigenaar van de grond, een risico tot waardeverandering tot gevolg had voor deze (toekomstige) koper.
De Hoge Raad is van mening dat sloop van de opstallen voor de (toekomstige) koper niet heeft geleid tot een situatie waarin de (toekomstige) koper een groter of ander belang bij waardeverandering van de percelen heeft verkregen dan het belang (recht op levering) dat reeds was opgenomen in de koopovereenkomst, tegen de aldaar overeengekomen prijs. Het feit dat de sloopkosten hoger of lager uit kunnen vallen doet hier niets aan af.
Heeft u vragen over de uitspraak van de Hoge Raad of bent u benieuwd of deze uitspraak ook op uw situatie van toepassing is, dan kunt u contact opnemen met uw contactpersoon bij Kroesewevers.