Kabinetsreactie op het CPB-rapport over de BOR
Wij zijn dan ook (weliswaar met een kanttekening, we lichten hierna toe welke) aangenaam verheugd om te lezen dat het kabinet in reactie op het CPB-rapport laat weten dat zij ervoor kiest om de BOR niet af te schaffen. Het kabinet geeft ter onderbouwing aan dat ze nog steeds achter de doelstelling van de fiscale bedrijfsopvolging staat; namelijk het voorkomen dat de continuïteit van een onderneming bij reële bedrijfsoverdrachten door belastingheffing in gevaar komt. Daarbij geeft het kabinet wel aan dat ze nader onderzoek wil laten doen naar knelpunten én dat ze oneigenlijk gebruik van de BOR wil beperken. Zo heeft het kabinet al in een eerder stadium aangegeven dat aan derden verhuurd vastgoed – voor de BOR – standaard als beleggingsvermogen zal worden aangemerkt. Onroerende zaken die binnen de eigen onderneming worden gebruikt, blijven tot het ondernemingsvermogen behoren. Wel is op dit moment nog onduidelijk hoe ruim het begrip ‘eigen onderneming’ zal worden uitgelegd. Ook is nog niet helder welk belang een verhuurder in een onderneming moet houden; wanneer kun je in een dergelijke situatie spreken van vastgoed in eigen gebruik?
Zo zal het kabinet onder meer onderzoek laten doen naar: